Panelen van vliesgevels

De instellingen en het uitzicht van de panelen bepaal je in het dialoogvenster ‘Paneelinstellingen’. Zie om te begrijpen welk effect wijzigingen aan een ingevoegde vliesgevel hebben op de paneeldefinitie.

Wanneer je de voorkeuren voor een vliesgevel instelt, zijn deze instellingen beschikbaar op het tabblad Samenstelling van het dialoogvenster ‘Muur’. Voor een bestaande vliesgevel zijn ze beschikbaar in het dialoogvenster ‘Raster vliesgevel’.

Als je een materiaal-hulpbron aan een component toekent, voorziet het materiaal eveneens de nodige vulling, textuur, fysieke kenmerken en constructie-informatie voor je tekeningen, renderings en rapporten.

Om de weergave van de vliesgevelpanelen te bepalen:

Klik in het tabblad Samenstelling van het dialoogvenster ‘Muur’ of ‘Bewerk muurstijl’ op de knop Panelen.

Of: klik in het Infopalet van een geselecteerde vliesgevel op de knop Raster vliesgevel, en klik vervolgens op Panelen.

Het dialoogvenster ‘Paneelinstellingen’ wordt geopend.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Algemeen

Type

Selecteer het type paneel dat je tussen de profielen wenst te plaatsen. Glasvlakken zijn typische glazen panelen en Dichte panelen zijn ondoorzichtig. Dichte panelen met buitenafwerking zijn decoratieve panelen. Open panelen zorgen voor lege ruimtes tussen de profielen.

Voorvertoning

Geeft een voorvertoning van het geselecteerde type paneel met nummeraanduiding. De aangegeven nummers op de voorvertoning komen overeen met de genummerde instellingen om gemakkelijk te kunnen zien waarvoor de instellingen staan.

Dikte

Geef de paneeldikte op. De insprong bepaal je in het dialoogvenster ‘Stijl- en regelinstellingen’ in het veld Insprong paneel. De combinatie van de Dikte van het paneel en Insprong paneel vormen het kanaal om het paneel in het profiel te plaatsen.

Invulling

(enkel voor de types ‘Dicht paneel naar binnen’ en ‘Dicht paneel naar buiten’)

Hiermee kan je de ruimte rechts (binnenkant van de vliesgevel) en tussen de profielen vullen. De kenmerken van de invulling worden bepaald door het paneel.

Diepte invulling

Bepaal de diepte van de invulling.

Diepte afdichting

(alleen voor het type ‘Dicht paneel met buitenafwerking’)

Bepaal de diepte van het buitendeel van het paneel.

Muurdikte

Hier wordt ter referentie de Muurdikte getoond zoals opgegeven in het dialoogvenster ‘Raster vliesgevel’ of ‘Muur’.

Afstand t.o.v.

Hier zie je welk referentiepunt je hebt geselecteerd in het dialoogvenster ‘Raster vliesgevel’ of ‘Muur’.

Insprong

Geef aan hoe ver het paneel ten opzichte van het referentiepunt hierboven moet verschuiven. Voer een positieve waarde in om het paneel naar links of een negatieve waarde om het paneel naar rechts te verschuiven. Om het paneel op de muur te centreren, selecteer je in het dialoogvenster ‘Raster vliesgevel’ of ‘Muur’ bij Afstand t.o.v. de optie Midden en geef je hier als waarde ‘0’ in.

Klasse paneel / deel naar buiten

Het paneel en de buitenafwerking (indien ‘Dicht paneel met buitenafwerking’ als Type is geselecteerd) kunnen in aparte klassen worden geplaatst om het uiterlijk en de zichtbaarheid afzonderlijk te kunnen bepalen. Selecteer de te gebruiken klasse uit de lijst, creëer een nieuwe klasse of selecteer <Klasse v.h. object> om het paneel of de buitenafwerking in dezelfde klasse als de vliesgevel te plaatsen.

Energos instellingen

(Vectorworks Architectuur vereist)

Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Paneel- Energos eigenschappen’ de Energos instellingen van het profiel te bewerken. Om een energieanalyse uit te voeren, heb je Vectorworks Architectuur nodig, maar je kan deze parameters ook louter ter informatie invullen.

Opnemen in berekeningen: Vink deze optie aan om het paneel op te nemen in de energieberekeningen als dit niet in tegenspraak is met de gekozen laag-/klasse-instellingen voor energieanalyse e.a. Als het paneel relevante architecturale objecten bevat, zoals deuren en ramen, die in de energieanalyse kunnen worden opgenomen, word je bij het aan- of uitvinken van deze optie gevraagd of je de berekeningen wilt aanpassen aan alle relevante schildelen in de vliesgevel.

Beglazing: Selecteer het type beglazing van de ruiten. Zie Sets definiëren om sets van eigenschappen te creëren en te bewerken.

Beschaduwing: Definieer de beschaduwing in de buurt van het paneel voor de verschillende situaties of selecteer de optie ‘Op maat’ om de beschaduwing nauwkeuriger te definiëren. In het tweede geval wordt het dialoogvenster ‘Bewerk beschaduwing’ geopend. Vul hier het beschaduwingspercentage in, dat aangeeft hoe vaak het paneel zich in de schaduw bevindt.

Materialen

Selecteer het materiaal voor het paneel en/of de afdichting (alleen voor Type Dicht paneel met buitenafwerking) via de hulpbronnenkiezer.

De vulling en textuur gebruiken de instellingen van het materiaal; de parameters voor de vulling worden onbewerkbaar.

Vulling paneel / afdichting

Bepaal de vulling die je wenst te gebruiken om de onderdelen weer te geven in snedevensters. Als het onderdeel een materiaal gebruikt, wordt de vulling standaard van het materiaal overgenomen en zijn de parameters niet langer beschikbaar. Zo niet, kan je zelf een type vulling kiezen; selecteer de optie ‘Klasse’ om de vulkenmerken van de klasse te gebruiken. Afhankelijk van het geselecteerde Type, kan je vervolgens een kleur, patroon of hulpbron (lijnarcering, afbeelding, verloop, motief) selecteren.

Lijn paneel/afdichting

Selecteer ‘Stijl van de klasse’ om het lijntype van de klasse te gebruiken of selecteer een lijntype uit de keuzelijst. Afhankelijk van het geselecteerde Type, kan je vervolgens een kleur, patroon of lijnstijl selecteren voor de muur.

Textuur paneel/afdichting

Kies de textuur die je wilt toekennen aan het onderdeel. Als het onderdeel een materiaal gebruikt, wordt de textuur aanvankelijk van het materiaal overgenomen maar je kan de textuur wijzigen. Selecteer een textuur in de Hulpbronnenkiezer, of klik op een van de knoppen om geen textuur te gebruiken, om de klasse-textuur te gebruiken, of als de materiaaltextuur eerder overschreven was, om terug te keren naar de materiaaltextuur.

Bepaal de kenmerken via klasse

Klik op deze knop om de vulkenmerken, lijnkenmerken en textuur volgens klasse te bepalen, behalve degene die van een materiaal zijn overgenomen.

Verwijder klasseverwijzingen

Klik op deze knop om alle klasseverwijzingen voor de vulling, lijn en textuur te verwijderen en deze kenmerken manueel in te stellen. Dit heeft geen invloed op materiaaldefinities met kenmerken bepaald door de klasse.

IFC

Klik op deze knop om IFC-gegevens te koppelen aan de vliesgevelpanelen voor het exporteren naar IFC-formaat.

Instellingen vliesgevels

Profielen en panelen van vliesgevels bewerken

Concept: Kenmerken

Kenmerken van een klasse toekennen

Concept: Materiaal hulpbronnen

Materialen gebruiken

IFC-gegevens toekennen aan objecten

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.